BEDRIJF / FABRICAGEPROCES


Een asfaltcentrale?

Een asfaltcentrale produceert zwart of gekleurd warm bitumineus beton op ongeveer 180°C. Dit asfalt wordt warm (+/- 150°C) geplaatst en gerold als onderlaag of toplaag (slijtlaag). De belangrijkste bestanddelen van zwart asfalt bij LMET zijn: 

  • De granulaten: porfier uit Lessen of Doornikse kalksteen, 

  • Rivierzand en, of gebroken zand, 

  • Filler of vulstof met een korrelgrootte kleiner dan 63 micro m, 

  • Bitumineus bindmiddel: zuiver of gemodificeerd bitumen uit de destillatie van petroleum. 


Werkwijze? 


De asfalt plant van LMET is een discontinue centrale. De toevoer van grondstoffen wordt tussen iedere batch van 4t onderbroken voor vermenging. Hierdooor is het mogelijk om snel van formule te veranderen en zich aan de bestellingen aan te passen. Continue centrales worden meer gebruikt als mobiele (autostrades,...) centrale voor grote werven met weinig verchillende formules. 

Schematische voorstelling van de asfaltcentrale LMET

(1) : Voordosering (x 12)
(2) : Voordosering voor recyclage (x2)
(3) : Bitumenpark (3 tanks van 80 m³ en 1 tank van 100m³ voor de opslag van zuiver of gemodificeerd bitumen en synthetisch bindmiddel + 1 tank van 40m³ voor synthetisch bindmiddel) 
(4) : droogtrommel 
(5) : Mouwenfilter 

(6) : Schouw 
(7) : Fillersilos (2 silos van 50m³ voor aanvoervulstof en 1 silo van 110m³ voor recuperatievulstof) 
(8) : Schoepenlift voor warme granulaten 
(9) : Fillerlift 
(10) : Schoepenlift voor recyclage 
(11) : Zeef

(12) : Hot stocks (stockagesilos voor warme granulaten)
(13) : Injecte van vloeibare toeslagstoffen
(14) :Transportband voor injectie van vaste     toeslagstoffen
(15) : Menger
(16) : Skip
(17) : Silos voor afgewerkt product 
(18) : Weegbrug


De productie

Stap 1: Opslag

Granulaten

Het zand en de granulaten van porfier en kalksteen van verschillende korrelgrootte wordt opgeslagen tussen muren. Deze stocks worden het jaar door bevoorraad uit de steengroeven van Lessen (CUP) en Gaurain-Ramecroix (Holcim).

Filler

Deze zeer fijne vulstof wordt per tankwagen geleverd en in twee silos van 50m³ geblazen. Een derde silo van 110m³ bevat de filler die tijdens het droogproces van de granulaten wordt gefilterd.

Bitumen

De bindmiddelen worden gestockeerd in het bitumenpark. Tijdens de stockageperiode worden de bindmiddelen warm gehouden (t° ongeveer 150°C) om verpompt te kunnen worden. Een gasketel verwarmt het bitumen door middel van thermische olie. De tanks en de leidingen zijn dubbelwandig en geïsoleerd om warmteverliezen tegen te gaan. 

Stap 2: Voordosering

De granulaten worden met een wiellader in de 12 voordoserings-silos geladen volgens hun type en korrelgrootte. De granulaten worden op transportbanden gedoseerd volgens de gevraagde formule van het controlestation. 


Stap 3: Drogen





De voorgedoseerde granulaten worden dan in de droogtommel gebracht. Deze cilindrische trommel droogt en verwarmt de granulaten door middel van een gasbrander. De warme droge granulaten worden dan in de schoepenlift gebracht. 

Stap 4: Ontstoffing

Tijdens de droging worden de warme gassen, het stof en de waterdamp door een mouwenfilter afgezogen. 

  • De grote delen (zand) worden aan de warme granulaten toegevoegd,

  • De vulstof wordt in de silo voor recuperatievulstof opgeslagen, 

  • De gefilterde gassen en de waterdamp worden naar de schouw afgevoerd. 

De ontstoffingsfase is dus heel belangrijk om de milieuvervuiling en de uitstoot van fijn stof tegen te gaan en maakt deel uit van de milieumaatregelen van LMET. 


Stap 5: Schoepenlift en zeef

De droge, warme granulaten worden d.m.v een schoepenlift tot boven in de toren gebracht (45m). Deze lift bestaat uit 2 kettingen waarop veel bakjes gemonteerd zijn.

Boven in de toren worden de granulaten gezeefd volgens korrelgrootte en verdeeld in één van de tien silo's (hotstocks), klaar voor gebruik. Vijf silos worden gebruikt voor porfier en vijf voor kalksteen, met een totale capaciteit van 360t. 

Stap 6: Menger

Volgens de ingegeven formule worden de granulaten en de filler gewogen en in de menger gebracht.

Voor formules met recup wordt het freesmateriaal koud naar bovengebracht d.mv. transportbanden en een lift, daarna gewogen en in de menger toegevoegd. 

Het bindmiddel (zwart of klaar) wordt in een bascule gepompt alvorens in de menger te worden geïnjecteerd. 

Voor sommige formules kunnen er toeslagstoffen worden geïnjecteerd. 

Verder kunnen er vezels of voor gekleurd asfalt thermofusibele zakken met oxiden via een kleine transportband toegevoegd worden.

Zo worden er tot 80 batches van 4t gemengd per uur. 

Stap 7: Stockering van afgewerkt product 

Na de menging, wordt het asfalt verdeeld in één van de zes geïsoleerde silos van 80t elk, d.m.v een skip: klaar voor lading in een vrachtwagen.